een goed wijnjaar

We willen niet weten hoe kwetsbaar het is – dit
lichaam van ons hoe het zomaar kan breken in
een auto een vliegtuig of op een terras door de
aarde die beeft door de dronken bestuurder door
de haat die we voeden

Maar de ochtend is leeg tot het eerste signaal
tot het breken van nieuws en het schemert het
schemert –
en we willen het weten het tweeten herlezen
reposten bezweren en nog een keer delen
en nog

Ooit was er op zondag geen nieuws
en als troost van de kansel de preek
over tandengeknars en talenten vergooien
en geweeklaag en vuur maar

De ochtend is nieuw en we tweeten reposten
we herlezen en delen – met de hel in ons hart
want we willen het weten hoe een kind op een
strand hoe een mes in een hand en het wankelen
wankelen over zeeën en grenzen

We willen het weten en dan – als de zon schijnt
de haan kraait – de wijn degusteren en alles
vergeten vergeten vergeten

(c) tekening: Didier Van De Steene (De kloof tussen het subject en het object)

(c) tekening: Didier Van De Steene (De kloof tussen het subject en het object)

Schwarzenbach 15-1-16

Deus ex Machina organiseert een avond rond het leven en werk van Annemarie Schwarzenbach.

Slechts weinig vrouwen en mannen hadden zo’n boeiend en opwindend leven als Annemarie Schwarzenbach (1908-1942). Ze groeide op in een van de rijkste families van Zwitserland en ontwikkelde zich tijdens de jaren dertig – in tegenstelling tot de meerderheid van haar familie – tot antifascistische journaliste en schrijfster. Getekend door een zware morfineverslaving, op de vlucht voor de schijnwereld van haar ouderlijke huis en haar dominante moeder, steeds op zoek ook naar zichzelf, bereisde ze Perzië, Afghanistan, Afrika en de VS. Schwarzenbach trok op met de belangrijkste schrijvers van haar tijd en ze was eng bevriend met Klaus en Erika Mann. Ze was hoogbegaafd, hoogsensitief, rusteloos, vaak vervuld van een autodestructieve melancholie. Ze had charisma, was fotogeniek en androgyn. ‘De ontroostbare engel met het droevige gezicht’, aldus Nobelprijswinnaar Roger Martin du Gard, leefde wild en stief jong en eenzaam in 1942 na een nogal dom fietsongeval.

Ondanks de cultstatus die Schwarzenbach vooral in Zwitserland sinds haar herontdekking in 1987 heeft verworven, is zij in het Nederlandse taalgebied nog te weinig gekend. Tot nog toe werd slechts één novelle in het Nederlands vertaald: Een vrouw zien (2013), een lesbische coming-outnovelle. Het Belgische literaire tijdschrift Deus ex Machina vertaalde onlangs een van haar Amerikaanse reportages.

De avond zal plaatsvinden op vrijdag 15 januari 2016 in Het Looks (Ros Beiaardstraat 13, 2500 Lier).

Om 19 uur wordt de documentaire Annemarie Schwarzenbach: Une Suisse Rebelle (C. Bonstein – Nasser Bakhti) vertoond. Om 20.15 uur start het literaire gedeelte met o.a. Gaea Schoeters en Johanna Pas. Michiel Kroese zorgt voor de muzikale intermezzi.

Inkom is gratis, wel graag inschrijven via info@deusexmachina.be

Documentaire en literair luik staan los van elkaar: u kan zich voor één van beide evenementen inschrijven, of voor de twee.

schwarzenbach flyer

de draad

Ga nergens heen waar ik je niet
kan komen halen, zei ze. Maar zij
was het die ging, die verder ging
dan ik kon kijken, haar woorden

achterliet bij mij, de waanzin en
de onrust in haar hoofd ontvluchtte,
mijn ogen in een ander zocht.

Zij was het die, toen ik haar had
gevonden in het labyrint, mij
achterliet met al mijn wonden,
verhalen spon, de draad meenam –

tekening: Het bewenen van ons - Didier Van De Steene

(c) tekening: Didier Van De Steene

zandpad

De ochtend komt Ik loop het zandpad
op De dagen lijken langer nu al weet ik
dat ze korter worden Wat pijn doet
aan mijn ogen is de dageraad te fel
te vroeg

Het zandpad eindigt in het bos Het
struikgewas is bitter en bevroren
en houdt mijn hand op afstand
van mijn mond en ritselt zacht
en fronst alsof het net als ik moet
leven met de mensen

De achterdocht beweegt tussen
het gras de wind verstopt zich
achter de te hoge muren van het
huis voorbij de bocht Niemand
zelfs ik niet zal mij hier ooit
zoeken

Maar of ik alle woorden ken die
nodig zijn om over mij te praten
dat zal blijken als ik voorbij dit huis
met hoge muren ga het zandpad
volg mijn stappen tel de modder van
mijn schoenen schud – het bos in ga

daken - mjp

Ruis! 10/11-10-15

Ruis! foto: Gust Peeters

Op 10 en 11 oktober organiseerde dichterscollectief Woordwasdraad opnieuw een multimedia-evenement. Diverse kunstenaars lieten het beste van zichzelf zien in woord, beeld en klank, de koks zorgden voor goed gevulde magen en de vrijwilligers hielden alles draaiend.

De simultane vertaling naar Vlaamse Gebarentaal op zondag gaf de voorstelling een extra dimensie.

De samenwerking, de uitwisseling, de ontmoeting én het prachtige weer maakten dat het een magisch weekend werd.

Woord: Aloys Vonckx, Anneleen Van Offel, Bert Deben, Dean Bowen, Gert Vanlerberghe, Hilde Van Cauteren, Hildegard Van Hove, Johanna Pas, Mark Opfer, Moya De Feyter, Runa Svetlikova, Shari Van Goethem, Stefan Heulot, Sven De Swerts, Tom Driesen, Mickey Wo

Gebarenpoëzie: Nadia Henderickx, Katelijne Verlackt

Klank en beeld: Marc Neys

Techniek: Wim Dolfyn

Beeld: Oona Prinsen, Selien Troch, Taco Bals, Trui Hanoulle, Wim Van Genechten, Nadia Henderickx, Woordwasdraad, Nette Willox

Muziek: Cold Open, Pascale Weber, Iris Penning

Presentatie: Anneleen Van Offel en Sharmila Madhvani

Theatrale en komische interventies van improvisatietheatergezelschap Improfiel

De onmisbare vrijwilligers: Chantale, Chris, Erik, Iris, John, Mercedes, Rudy, Michael, Patriek, Wim

Met dank aan Fameus voor de praktische ondersteuning en aan ’t Stad voor de financiële ondersteuning

 

Het programma:

programma ill

programma Ruis

zonder stroop

Een vlieg vangen met een leeg glas

Het glas moet leeg zijn
en de vlieg gewillig,
de ondergrond moet vlak
zijn en bereikbaar

voor de hand. De vlieg
moet zitten op het harde
oppervlak. Houd niet
je adem in. Beweeg alsof

je elke dag – alsof je elke
dag je leven lang al –
een vlieg kan vangen
met een glas

foto: overzicht - mjp

binnenzak

De stenen in mijn binnenzak

Tegen de avond legt de wind zich neer
om ons alleen te laten met het duister

Dan roeren zich de stenen in mijn
binnenzak. Ze willen blijven

Ik stal ze uit
– een ordening op ruwheid en op grootte –
en raak ze aan

een voetstap op de trap
de stenen snel weer in
mijn binnenzak

Ze prikken door de dunne stof. Mijn
vingers tintelen, willen hen grijpen

Maar in gezelschap is geen plaats
voor stenen, voor strakke rijen

keien      kiezels      gruis

want in gezelschap glijden ze als
zand tussen mijn vingers door

de deur slaat dicht
de tijd een regelmatig tikken
in mijn hoofd

mijn mond een lege spons
van ongezegde woorden

De stenen in mijn binnenzak – ooit
hout ooit zand  – verroeren zich.

Mijn hart een trage golfslag in mijn
oren —

foto: stenen bij de zee - mjp