Thuis

Marleen Johanna Pas (1969)

De trollen kwamen naar mijn wieg
en maakten mij een wisselkind

Ze namen me niet mee het bos in
– hun zakken zaten vol met goud
en in hun armen droegen ze de hifi-toren
een baby kon er niet meer bij

Toch maakten ze een wisselkind
van mij

Ze lieten me met tweeën achter:
één die verlangde naar het bos
en met haar kleine vingers op de klamme ruiten
de mosbedekte paden zag
en die vervuld werd van onstilbaar heimwee
als zij de geur van rottend hout of den opsnoof

en één die binnen bij het haardvuur zat
en naar haar vader keek
die met de poppen speelde
en hoe hij hond en beer tot leven bracht
die het geluid van zee
in kronkelende schelpen hoorde

en één die beide samenhield
en in de armen van haar zus
bescherming zocht
tegen de lange winternacht
en het verscheurende verlangen

Geef een reactie