Dat zal ik doen
Ik zal de afstand
niet meer meten
Ik zal denken:
dit is mijn huis
dit is de huid
waarin ik woon
die niet moet
worden aangeraakt
(dan door de kou)
om te bestaan
Dit is het voetpad
van mijn dromen
Zoals de wind mijn haren streelt
en met mij zijn geheimen deelt.
Zoals het riet mij zingend troost,
zoals de zon verlegen bloost,
als ’s avonds maan en sterren glunderen.
Zoals de vogels liederen zingen
en mij ernaar te luisteren dwingen.
Zo heb ik nooit een mens bemind,
zo’n liefde als ik hierin vind. *
(*Wat op zich niet zo vreemd was omdat ik dit gedicht op mijn zestiende schreef en er toen van vleselijke liefde inderdaad nog niet veel sprake was.)
19 februari 1986
Beluister het laatste hoofdstuk van mijn nieuwe bundel: De lelijke kleine zeemeermin. Biografie in zeven stemmen.
De hele bundel kan je hier downloaden.
[audio:http://www.johannapas.be/core/wp-content/uploads/2012/04/08_Track.mp3]Beluister het eerste hoofdstuk van mijn nieuwe bundel: De lelijke kleine zeemeermin. Biografie in zeven stemmen.
De hele bundel kan je hier downloaden.
Voor mij is dát ketterij: dat je het woord van mensen in een boek verkiest boven de taal van de goden.
Dat je je opsluit in de gebouwen van mensen voor je eredienst en je daarmee afsluit van de pracht en glorie daarbuiten.
En dan de megalomanie van “In den beginne was het woord”! Alsof de wereld niet bestond voor de mens er woorden voor verzon.