huid

dertien - mjp

toen ik nog een jongen was
waren de dagen langer. ze
slopen om me heen als slangen

beten zich onbekommerd
vast in kuit en ziel en
slingerden zich dan weer

door het gras mijn blikveld
uit. de dagen waren eenzamer
en voller en soms zo leeg

als afgeworpen slangenhuid.

wakker worden

Tussen mij en het raam is een andere werkelijkheid
in een lichte slaap verzonken. Soms beweegt ze
log en moeizaam en denk ik dat ze wakker wordt

Ik zie haar meestal slechts als ik mijn ogen sluit
het duister sterren op mijn ooglid maakt. Maar soms
is ze met volle kracht – al slaapt ze –

bij daglicht zichtbaar voor mijn beide ogen
en is wat achter haar staat vaag en onher-
kenbaar. Wanneer ze mompelt in haar slaap

spits ik mijn oren. Soms wil ik dat ze wakker
wordt maar ben ik bang dat ik haar zal verjagen.
Want ze is zacht en warm zolang ze bij me

slaapt en zachtjes mompelt in mijn dromen

 

tekst en beeld: johanna pas
muziekfragment: Ane Brun (Temporary Dive)

 

Schrijvers

Woorden van … Belle van Zuylen:

“Ik geloof dat ik over het algemeen liever zou leven met een schrijver die het uit noodzaak of uit onweerstaanbare drang geworden is, dan met iemand die dit vak uit vrije wil gekozen heeft, dat wil dus zeggen uit eigenliefde. Maar misschien zijn ze allemaal wel niet veel waard […]. Al deze lieden zijn geneigd niet alleen om hun roem boven hun vrienden te stellen, maar om in hun vrienden, in de natuur, in de gebeurtenissen alleen maar onderwerpen te zien voor verhalen, schilderingen, beschouwingen die ze kunnen publiceren en vaak doen ze hen geen recht wedervaren maar permitteren zich ze te vervormen en te veranderen in iets dat bruikbaarder voor ze is. Het gaat bij hen niet om de zaak zelf maar om het effect. Zo is een schilder in staat om uit liefde voor zijn schilderstuk een goed huis in een bouwval te veranderen.”

(Geciteerd uit: Carolien Ceton: Vrouwelijke filosofen, 2014)

jurk - mjp

heel even

kringloop handgeschreven - mjp

 

Heel even dacht ik dat ik alles
aan kon raken – dat ik niet wolken

maar rivier kon zijn – altijd – en dat
de mensen aan mijn oevers lagen

in de zon en ik hun voeten in mijn
water voelde – even – en dat ik

eindeloos kon blijven stromen

maar de zon

gedwongen repatriëringen

Op 22 september 1998 werd Semira Adamu tijdens een gedwongen repatriëring gedood door de politie-agenten die haar begeleidden.
Gedwongen verwijderingen en opsluiting van mensen die geen misdrijf hebben gepleegd, gebeurt nog steeds in België, evenals het criminaliseren van mensen die zich ertegen verzetten.
Onder dit gedicht dat ik daarover schreef in 1999, vind je de tekst die Amnesty International vorig jaar schreef bij de 15-jarige herdenking van Semira Adamu’s dood.

semira adamu

Hekken

Ik wil met mijn lichaam de hekken vernielen maar
mijn hele gewicht leunt met lege handen – mijn benen
uiteen – tegen gepantserd staal. Een machteloze rit

Ze duwen ons twee cellen binnen – zoveel als er
geslachten zijn voor hen – en sluiten dan het
traliehek. Geen telefoon geen eten en geen drinken

en geen wc – alleen elkaar. Ik kom er goed vanaf ik
moet niet strippen. De tijd neemt over eindeloos
en leeg geen boek geen pen de meesten ook geen veters

Ik leg me op de koude vloer de zware dikke lucht
rust op ons allen de tegels zijn tenminste fris dan
moet ik pissen. Daar bij de mannen is een bel zonder

geluid. Ik zie hun handen vruchteloos op twee
metalen stippen duwen. Niemand komt. De tijd
– net als de lucht – beweegt niet meer. De stemmen

gonzen op de blinde muren onder neonlicht. Ik mis
mijn sigaretten niet en na de suikerwafels ook geen
eten maar wat ik mis is dat de tijd beweegt en lezen

Ik mis de plastic strip die rond mijn polsen zat om
mee te spelen. Ik luister de verhalen af over die keer
toen het hetzelfde was maar anders. Voor mij

is niets nog als voordien – want op dat ogenblik
begrijpt mijn lichaam dat iemand met een uniform

lachend haar zingende gezicht terwijl hij verder
praatte in een kussen duwde hoe hij obsceen zijn
handen in haar haren hield niet hoorde hoe haar
adem stokte en hoe het bloed zich in haar hersenen
verspreidde –

ik weet nu dat de muren blind en doof zijn

 

Het opiniestuk dat Amnesty International voor De Standaard schreef bij de 15e verjaardag van haar dood:

Bron: http://www.aivl.be/sites/default/files/bijlagen/OS_Semira2013_0.pdf

We schrijven 22 september 1998. Semira Adamu, een jonge Nigeriaanse vrouw die al zes maanden vastzit in een gesloten centrum voor vreemdelingen, sterft tijdens een poging tot gedwongen verwijdering. Ze stikt onder het kussen dat de politieagenten op haar gezicht drukken. Haar dood confronteert de Belgische samenleving met de gewelddadige kant van ons beleid rond de opsluiting en verwijdering van vreemdelingen. Maar hebben we in de 15 jaar nadien lessen getrokken uit haar dood?

Ja. Enerzijds wel. Na het drama werd een commissie opgericht die het gebruik van geweld tijdens gedwongen verwijderingen van mensen zonder wettig verblijf onder de loep nam. Aan een aantal aanbevelingen van de commissie werd gehoor gegeven. Zo kunnen vrouwen aan het einde van hun zwangerschap niet meer verwijderd worden en is het verboden om personen tegen hun wil geneesmiddelen in te spuiten. Ook worden kinderen sinds 2009 niet langer vastgehouden in gesloten centra. Tijdens de uitwijsprocedure verblijven ze met hun ouders in open terugkeerwoningen. Daar was een jarenlange strijd voor nodig en een veroordeling van België door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Het geweld gaat door
Anderzijds gaat het geweld bij de opsluiting en gedwongen verwijdering van vreemdelingen door. Ngomedewerkers die de gesloten centra bezoeken, verzamelen regelmatig getuigenissen. Zo is er het verhaal van de Afrikaanse man die met het gezicht vooruit op de grond viel omdat hij tijdens zijn verwijdering aan handen en voeten was gebonden. Zelfs oudere vrouwen worden geboeid en behandeld als misdadigers. Denk ook aan het verhaal van de vrouw die ’s ochtends vroeg werd gewekt en in haar nachtjapon naar de luchthaven werd gebracht. Ze was niet op voorhand verwittigd van de nakende gedwongen verwijdering.

We zien er ook hoe de maandenlange opsluiting – zonder dat er sprake is van enige beschuldiging van een misdrijf – kwetsbare vreemdelingen op zoek naar veiligheid of een betere toekomst tot wanhoopsdaden beweegt, zoals zelfmoordpogingen en zelfverminkingen. Niemand lijkt zich nog af te vragen wat dit leed van echte mensen kan verantwoorden.
Tijdens een gedwongen verwijderingsoperatie – van het vertrek in België tot aan de aankomst in het herkomstland – is het risico op schendingen van de mensenrechten groot. Het gebruik van dwang en geweld is immers toegestaan. Daarom voorziet de overheid in toezicht: een controle door de Algemene Inspectie van de Politie.Die dienst valt onder de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie, wat twijfels doet rijzen over zijn onafhankelijkheid.

Toezichthoudende agenten moeten een instantie controleren waarin ze na hun detachering zelf weer aan de slag moeten. Meer nog, de Inspectie voert slechts periodieke en gedeeltelijke toezichten uit. In 2012 werd slechts 2,6 procent van alle gedwongen verwijderingsoperaties gecontroleerd. Waarom bekrachtigt België het Optioneel Protocol bij het VN-Verdrag tegen Foltering niet, dat landen verplicht omde controle toe te kennen aan een volledig onafhankelijke instantie?
Het gedwongen verwijderingsbeleid is inhumaan, ondoorzichtig, en bovendien peperduur. Tussen 2008 en 2012 is het budget voor de gedwongen verwijderingen gestegen van 5,8 naar 8,07 miljoen euro. Dat bedrag omvat alleen de kosten van de verwijderingsoperatie en niet de kosten van het verblijf in het gesloten centrum van de omen bij de 8.000 opgesloten vreemdelingen per jaar. Dat komt neer op 40 euro per opgesloten vreemdeling per dag. Per verwijderde vreemdeling stegen de jaarkosten tussen 2008 en 2012 van 1.422 naar 2.097 euro. En dit terwijl onze regering zegt vooral in te zetten op vrijwillige terugkeer.

Bestrijd de oorzaken van migratie
De herdenking van de dood van Semira Adamu is dé gelegenheid om het gebruik van gesloten centra af te zweren als middel om migratiestromen te controleren. België moet het terugkeerbeleid fundamenteel omgooien: echt voorrang geven aan de vrijwillige terugkeer en meer alternatieven voor opsluiting ontwikkelen. Want die alternatieven bestaan: kijk maar naar de terugkeerwoningen voor gezinnen.
Nog fundamenteler is de manier waarop België en de Europese Unie migratie benaderen. Migratie is geen te bestrijden probleem of een bedreiging waartegen we ons moeten beschermen. Migratiestromen zouden we beter bekijken als het gevolg van conflict, vervolging, milieurampen en sociale en economische ongelijkheid in de wereld. Pas dan zullen we begrijpen dat we niet migratie, maar de oorzaken van migratie moeten bestrijden. En pas dan zullen we een echt correct en humaan migratiebeleid voeren.

Ondertekend door Amnesty International, Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Ciré en Jesuit Refugee Service Belgium