Halfslapend
hoor ik
in de dakgoot
Duif
En als de trage golven
van de oceaan
spoelt weemoed
ongeremd
over me heen
Lees mij
nee lees mij niet
Vergeef mij
nee vergeef mij niet
ik ben aan niemand
iets verschuldigd!
Mijn misdaad was alleen
dat ik mijn hand ophield
en dat ik mensen angst aanjoeg
met mijn gestalte
Ik dwong ze niet mij te betalen!
Toen kwam die kleine onderkruiper*
die met één houw mijn hand afsloeg
Mijn hand!
waarmee ik wilde schrijven
als ik genoeg gebedeld had
om potlood en papier te kopen
Mijn hand
waar ik mijn brood mee won
Mijn hoop was ijdel
net als ik
Maar ha!
de mensen wilden niet worden bevrijd
Al wat zij wilden was
een nieuwe afgod dienen
Lees mij
nee lees mij niet
Vergeet mij
– nee vergeet mij niet
* In dit gedicht is de reus Antigoon aan het woord. De onderkruiper is Brabo. Voor wie de legende over het ontstaan van Antwerpen niet kent, waarin Brabo en Antigoon de hoofdrol spelen: zie hier, of hier, of lees De 7 schaken van Suske en Wiske
** bron foto: http://www.panoramio.com/photo/69671262
Heb ik zelf hete was
in mijn oren gegoten,
heb ik zelf mijn lichaam
aan de mast geknoopt?
en wie moest dan
het schip besturen?
Had ik daar wel
bij nagedacht?
Was ik niet beter
op een klip gevaren
dan eeuwig rond te zwalpen
op een eindeloze zee
zonder het troostend
stemgeluid
van de Sirenen