Ik hield van jou
het allermeest
Ook toen de dieren
niet meer spraken
ook toen de angst
mijn wortel werd
ook toen ik als
verstoten eendenjong
de wereld
tot mijn vijver maakte
Ook toen hield ik
van jou het meest
Wanneer het warm is
in de stad
heb ik een hekel aan de mensen
De testoblasters
met hun strakke kaken
hun ellebogen
uit het open raam
Te korte rokken
boven kale kuiten
De kinderen
met hun gekweel
Het schaamteloze shoppen
en het luide praten
de honden aan een veel te lange lijn
Geef mij de winter maar