binnenzak

De stenen in mijn binnenzak

Tegen de avond legt de wind zich neer
om ons alleen te laten met het duister

Dan roeren zich de stenen in mijn
binnenzak. Ze willen blijven

Ik stal ze uit
– een ordening op ruwheid en op grootte –
en raak ze aan

een voetstap op de trap
de stenen snel weer in
mijn binnenzak

Ze prikken door de dunne stof. Mijn
vingers tintelen, willen hen grijpen

Maar in gezelschap is geen plaats
voor stenen, voor strakke rijen

keien      kiezels      gruis

want in gezelschap glijden ze als
zand tussen mijn vingers door

de deur slaat dicht
de tijd een regelmatig tikken
in mijn hoofd

mijn mond een lege spons
van ongezegde woorden

De stenen in mijn binnenzak – ooit
hout ooit zand  – verroeren zich.

Mijn hart een trage golfslag in mijn
oren —

foto: stenen bij de zee - mjp

Geef een reactie